C 152
fleschjc (i)dezelve op een schijfje glas werpen
de. Deze leverde nu hetzelfde verschijnsel op,
als die witte phosphorisehe stof, van welke ik
bij Proef 63 kmelding heb gemaakt name
lijk, het begon te rooken, lichten, werd eenig-
zins geelen ging terstond in vocht over.
8. Deze stof op water latende vallen gaf zij
dezellcle uitkomstals die der zoo evengemelde
Proef (O-
g. Dat gedeelte van den Phosphorushetwelk
geelkleurig was, leverde deze verschijnselen niet
op (m).
10. Toen
Om die stof uit het fleschjc te krijgen, en wel af-
zondcrlijk de witte stof, heeft eenige nioeijelijkheid in
zich. Ik gebruik daartoe een puntig afgebroken glazen
pijpje, met welk ik zoo goed mij mogelijk, een weinig
dier stof losmaak, en dan dadelijk het fleschjc omkeeren-
desla ik met de hand tegen den bodem de losgemaakte
deeltjes vallen'er dan uit, van welke ik dan voorts de
witte afscheidde. Dit een en ander moet met gaauwig-
heid gedaan worden; want, hierin met vertraging te werk*
gaande, ziet men zich te leur gesteld, doordien de losge
maakte stof zeer spoedig iu vocht overgaat.
Zie het 7e verschijnsel van Proef 63.
Proef 63. het 8e verschijnsel.
mDeze stof gaat niet in vocht over, men heeft dus
om dezelve in het fleschje los te maken, zich niet zoo te
bespoedigen, als met de witte stofmaar men moet met
een naauwkeurig oog hierin te werk gaan, anders zal men
zich misleiden, door de voorgemelde verschijnselen ook
bij deze stof te zien plaats grijpen; het welk bij zoodanig
geval alleenlijk daaraan ligt, dat 'er ook van de witte stof
pnder vermengd isf