-C 172 )-
geteckend ras bespeurde men daar door,"
^namelijk dat de Phosphorus door eene langzame
verbranding welke hij aan den dampkring bloot
gesteld ondergaat, allengs verdwijnt, en in phos-
phorisch zuur overgaat) dat het onmogelijk
3) was dezeslof" (te weten: den Phosphorus zoo
als hij bij zijne formering te voorschijn komt
zich vertoonende als een vast bijna doorschij
nend ligchaam in zelfstandigheid niet veel van
was verschillendeop den duur in gewone
3> drooge glazen te bewaren en ontdekte men
j> dat dit alleen geschieden kon in welgeslotene
3» stopflescbjesgevuld met gekookt of overge-
baald water. Dan zelts op deze wijze, heeft er
met er tijd ontaarting in dit ligchaam plaats
y> alleen door de werking der dampkringslucht,
3) die zoo dikmalen als het fleschje geopend wordt,
x binnen komt, en hare zuurstof op den Phos-
y> phorus doet werkendie daar door allengs zij—
3> ne doorschijnendheid verliesten eene blanke
33 meelachtige oppervlakte bekomtterwijl liet
y> water zuurachtig wordten alle de eigenschap-
pen van liet phosphorisch zuur aanneemt." El
ders vind ik deze stoffe een oxide van den Phos
phorus genoemd, en voor mij zeiven meen ik
redenen te hebben om dit meelachtig omkleed
sel te houden voor eene brandbare voor oxige-
nering vatbare zelfstandigheidwelke volgens
den Heer Brugnatelli, des noods den naam
Vf»