yy C 36 Dus besloot hij zijne rede: Ik weet het Sire! mijn lot is in uwe handen,— Gij kunt met mij handelen naar welgevallen, Na mijne rust, mijne gezondheid en het groot- 5> ste deel mijnes levens aan het welzijn mijner Medeburgeren te hebben opgeofferd, vrees ik zelfs den dood niet. T> Ik beroep mij op hun geweten. Ik beroep y> mij zelfs op dat der Engelsclien of zij mij kunnen bewijzenhun ooit in cenig opzigt te zijn toegedaan geweesten of ik iets ver- rigt hebdat tot nadeel der belangen van IIol- J> land of van Frankrijk strekken kon. 't Is waar, de Hollanders beminnen de Fran- y> schcn nietmaar nog minder houden zij van de Engelsclien. Zij beminnen slechts hun Va- derland en men zal hen altijd getrouw vin- j) den, aan den gehisder, die liun gegeven 5) wordt. Deze gevoelens hebben zij aan deq y> Godsdienst te danken. Voor 't overigeSireverklare ik Udat, zoo eenige andere Natie dan de Engelsche jazoo de Engelschen zelve weder Middelburg binnen kwamenik mij niet anders zou knn- y> nen gedragen dan ik mij gedragen heb j dat iste handelen als een eerlijk Man." Watbij deze toespraakin liet hart van pAPOLEOK omging, weten wij niet.Zouden

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 48