C 192 liet welgehikken van deszelfs ontvlamming in 't ijdelmoet ik dan opmerkendattoen dezè proeven het eerstwereldkundig werden men in navolging van dcrzelver ontdekker c vari meening was dat het een volstrekt vereischte waredenzelven met zelfstandigheden te bedek- ken. De Heer van Bern me'en is de eerste, voor zoo ver ik weetdie duidelijk genoeg aart- getoond heeft (d), dat zoodanig een bcdekkeöf van den Phosphorus niet geheel noodzakelijk '1 (r) De Heer van Marum namelijk, die zich hiet omtrent aldus laat hooren De reden der ontvlamming van den Phosphorus in verijlde lucht, laat zich, wan- neer dezelve met katoen omwonden iszeer duidelijk ver- staan wolle en katoene stoffen zijn immers van dicii welbekenden aard, dat zij de verspreiding van het calo* rique verhinderen. Het calorique het geen 'er dus rondom den Phosphorus in de verijlde lucht (uit het oxigène na- nielijk) wordt losgezet, wordt dus door het katoen het geen deszelfs verspreiding belemmertopgehoudenen dit caleriquczich dus aan de oppervlakte van den Phos- phorus verzamelende geeft 'er eindelijk dien trap van warmte aan, die tot deszelfs aansteking vereischt wordt; w wanneer een stukje Phosphorus niet met katoen of iets w dergelijks omwonden isontvlamt het niet in de verijlde lucht; om dat het calorique, het geen nabij den Phos- phorus losraakt zich dan, wanneer het door geen ka- toen of iets dergelijks wordt opgehouden, zich zoo «poe- dig verspreidt, dat 'er de Phosphorus niet dien graad van warmte door aanneemt, die tot deszelfs aansteking vereischt wordt." Zie de meergemelde Verhandeling 7. d j Zie het meergemeld Onderzoek hl. 8 en 9.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 494