200
tracht, indien mogelijk, langs of door die ligcha-
men zich van den Phosphorus te verwijderen j
doch hij denzelven sterk, als't ware, tegengehou
den wordende, althans niet in die mate cr door
of langs kunnende ontwijken, als noodig zoude
zijn om den Phosphorus voor eene ontvlamming
te behoeden is zijnamelijk deze aan die pun
ten zamengedrongen warmtestof, de oorzaak dat
zich de Phosphorus daar meer verlicht vertoont,
en voorts ontvlamt o Maar in het tweede ge
val bij 't welk de rolletjes in aanraking gesteld
waren met warmtestof - geleidende ligchamen
kon om de nu gemelde reden de Phos
phorus aan deze zijne aanraakpuntcn zich niet
verlicht vertoonenwant waar de oorzaak weg
genomen wordt houdt ook het uitwerksel op,
Yan daar dan ook dat in een meer volmaakt
ij deldan het geen doorgaans hij de vermelde
proefnemingen is aangewend gewordende Phos
phorus, geplaatst op een zoodanig geleidend lig—
chaam, niet slechts niet ontvlamde, maar zelfs niet
eens
delijk voor tc stellen, wat de reden en oorzaak zij van dit
el en niet lichten van den Phosphorus bij de aanraakpuntca
diar beide onderscheide zelfstandigheden.
o Dit wordt hier na breeder behandeld.
Cf) Namelijk, om dat de warmtestof, die, door tie
verijling der lucht, in den Phosphorus los geworden was,,
Zonder tegengehouden te worden denzelven ontwijken kon,
zip nader Hoofdst. XI,