C )- Eindelijk ookom niet meer te noementen einde in geene kleinigheden te vallenzou men nog in bedenking kunnen stellen, of in som mige dier gevallen bij welke het slechts tot eens ignicentie van den Phosphorus gebragt konde wor den de zelfstandighedenbij voorbeeld harstpoe der (z en menscheuhaar {k)ter isolering van denzei ven gebruikt, niet in eenen even geringen graad de eigenschap bezitten om de warmtestof te geleiden als in vele andere proeven bij welks de xelfontvlamming verkregen werd l Ik zal om deze bedenkingen (m) optelossen, mij van dezelve niet ontheffen doorslechts te zeg gen geen regel zonder uitzonderingmaar de zaak in behoorlijke overweging nemen. Wat dan de hier opgenoemde stoffen betreft'witpa pier houtschijfjesglas enz.) bij welker ge bruik ik in mijne proefnemingen de bewuste ont vlamming van den Phosphorus niet kon bewerken de redenen daar van zijn zeer wel te geven; doch dewijl er ter nasporing van dezelven, vooraf za ken moeten voorgesteld worden, die tot het vol gend Proef 35, 36 en 3». Proef 5. l) Proef 3, 5, 6, 3, 9, ia, 49 en andere. (m) Bedenkingen, die ik mij zelven gemaakt heb, wet- le, schoon welligt anders niet ligt onder de aandacht val. lendeten minste wel te ontwijken zij «detoch belangrijk genoeg mij voorkwamen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 506