2O5 )-* gend Hoofdstuk behooren, door welke bier reeds aan te voeren ikof onduidelijk zoude worden of in onderscheidene herhalingen zoude verval len, zal ik dit liever nu uitstellen om het ter zijner plaatse te behandelen intusschen, en dit kan ik inmiddels reeds hier op deze bedenking antwoorden, heb ik bij eene andere beproeving met wit papier den Phosphorus zien ont vlammen ozoo dat papier niet geheel on der de niet isolerende ligchamen kan betrokken worden. En wat het hout betreft dat hetzelve 'onder eene andere gedaante als in de hiergemel- de proeven p namelijk tot fijne deeltjes houtzaagsel gebragt voldoende bevonden wordt tot het welgelukken dier onlvlammin- gen Zie Proef 7» in 't begin, en aanmerking n onder dezelve. (0) Zou de ontvlamming in die proefneming (Proef f2) onder zoo ecnen kleinen recipient, ook daaraan toe te schrijven zijn, dat, door de spoediger toenemende en sterkere verijling der lucht, de warmtestof in eene groo- tere massa té gelijk bij den phosphorus los werd, en den- zelven ontwijken wilde, waar door dan de temperatuur bij ïijne aanraakpunten met het papier, zoo aanmerkelijk koa toenemendat de ontvlammingalhoewel er eenige warm testof afgeleid werd, echter haar aanzijn kreeg, dewijl het papier niet zoo in eens. al die warmtestof kon overnemen; terwijl in Proef 10. waar de verijling langzaam verkregen werd, de los wordende warmtestof als een zachtvloeijen- de stroom ontwyken kouzonder deze uitwerking te ver. oorzaken Cf Proef 473a en 74.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 507