*-( 2l6 of er zich veel lucht of weinig warmtestof in de •verijlde lucht onthoudt; met andere woorden: of de lucht onder de glazen klokken .meer of min Warm is. Van daar dan ookdat ik bij al de voorgemelde proeven op den stand van den tlier- niometer oplettend geweest ben u>en daar cn boven eenige proeven regtstreeks genomen lieb op den invloed van de temperatuur der damp kringslucht op dit ons phoenomenvoor welke proeven in de tweede Afdeejjng Hoofdstuk VUL verslag gegeven is. Uit derzelver uitkomst blijkt overtuigend genoeg, dat ecne hoogere tempera tuur iler lucht de zelfontvlamming van den Phos phorus bevordert en bespoedigt (x), en bij ge volg ecne lagere die vertraagt en belet. Dit lijdt geene tegenspraak, zou men welligt zeggen want liet is onbetwistbaar, dat, naar mate de Phos phorus aan eenen lioogeren warmtegraad wordt onderworpen hij des te eer aangestoken zal wordenzulks kan zeker niet ontkend worden doch aan den anderen kantblijft liet even on betwistbaardat de temperatuur van den damp kring bij onze proeven nooit zoo hoog geweest is noch zijn kon, dat de Phosphorus eeniglijk «Jaar door zou aangestoken zijnof kunnen wor den j (w) En wel uir een aantal proeven, in *t aljcmceg gemeld bij "t begin der tweede Afdeeling in 5. Zie Preef 66 69. 5 Ja-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 518