232
dige te 1 je wij zenyoor eerstdat er waarlijk
j> zoodanig eene verbinding tusschen den Phos-
y> pliorus cn de dekkende stoffen plaats heeft.
Ten tweeden, dat de oorzaak dier verbinding
5) in de verijlde lucht gezocht moet wordenen
ten derdendal uit deze verbinding oen lig-
chaam voortkomt, hetweik eenen grooteren trap
X van brandbaarheid heeft, dan de Phosphorus
zelve."
Ik wil onze lezers niet onthoudenhet geen
de Heer van Bemmelen ten bewijze van deze
drie stellingen aanvoert i«Voor eerst," dus
schrijft zijn Ed.dat hier ecne verbinding
plaatsheeft, wordt dunkt mij waarschijnelijk
X ais men overweegt, dat de ontvlamming van
X den Phosphorus ontstaat juist door bijvoeging
5) van zulke stoften, die met derzelven eene aan-
X merkelijke verwandschap hebben immers bet
X is bekenddat de zwavel zich met den Piios-
X phorus in allerlei evenredigheden vereenigt
X dat de oliën den Phosphorus doen ontbinden
X en eindelijk dat de barst zich ook met denzel-
X ven verbindt. Eenen meerderen graad van ze-
k er
ftHst is mij doelmatig voorgekomen ora tevens de
redenen op re geveudie de H^-cr van Bemmelen voor
zijne stellingen aanvoert ik heb dit gedaan voor hun die
het stukje van ziju Ed. niat bij de hand hebbenvoor wel
ken ik andersin het geen jk tegen het gevoelen van deze a
lieer aanvoere onverstaanbaar zou zija.