24O
staat van renjiing bij welke de kwik slcclits
één duim iu de peilbuis opgehouden wordtziet
men eene gebeele verduistering aan den Phos
phorus ten bij gevolg geenc werking naar
builen.
Het geen de Heer van Bent melen vervol
gens beweert omtrent bet ligcliaam bet welk
uit die veronderstelde verbinding van den Phos
phorus met de daarop gelegde sloffen geboren
wordtals bezittende ecnen grootoren trap van
brandbaarheid dan de Phosphorus zelve dunkt
mij dat nog zoo zeker niet iswant men onder-
werpe maar eens den gezwavelden Phosphorus
van Proef 13aan eene zelfontvlamming zoo
als die van de 70s.te Proef, in welk geval men
de onmogelijkheid er van bevinden zal. Maar
ook
(r) Zie onder Proef 32 in 2; voorts onder Proef 23
tot tó, en vooral onder Proef 49 en 50, beide in 2.
En in een meer volmaakt ijdel, indien de Phos
phorus maar in aanraking is niet eencn goeden leider der
warmtestof, zoo als in onze 71. Proef, is het blijkbaar
uit het waargenomcne in Proef 73 A. 1in vergelijking
van het geen ik bij die proef onder B. 1. gezien heb, dat
er in liet eerste geval geene werking naar buiten bij den
Phosphorus plaats moet gehad hebben; terwijl volgens de
stelling van den Heer van Bemmele n dezelve in dit ge
val, waar de drukking van de lucht in zoo eene groote
mate weggenomen wasen het rolletje zich cenige dagen
in zoo eene vrijheid bevonden had, het wel geheel vlng-
tig geworden zou zijn; zie voorts de volgende aanma.k,
1i onder lid.