~c «43 Wordtdat hij ontvlamt. Aldus dacht dc kutf« dige ontdekker van dit phoenomen, de Heer van Ma rum, omtrent de oorzaak van hetzelve; en men leze zijne meermalen aangehaalde verhande ling over dit onderwerp hoe veel grond van waarschijnlijkheid vindt men nog onbekend zijn de met de uitkomsten der nu medegedeelde proe ven dan niet voor de regtmatigheid dezer stel ling. Welaan, laat ons hooren, welke redenen zijn Ed. ten bewijze er van bijbrengt yi Van y> den Phosphorus rijzen gestadig vlug wordende 3) deeltjes in den dampkringslucht op dit leert de spoedige verdwijningwanneer hij aan da dampkringslucht is blootgestelddan zoo dra de lucht tot eenen zekeren trap vcrijld is, kun- nen de vlugge deeltjes of uitvloeisels van den y> Phosphoruszich niet langer in de lucht op- j> heffen dit oprijzeu dezer deeltjes kan immers niet langer gebeurendan zoolang zij soortge- lijk ligter zijn dan de dampkringslucht. Zoo y> dra derhalve de lucht tot dien trap vcrijld is, dat deze Phosphorus-deeltjes of uitvloeisels zich daarin niet meer kunnen opheffenblijven zij j) hangen rondom den Phosphorus waaruit zij voortkomen. De vereeniging van het oxigene y> met deze Phosphorus-deeltjes geschiedt nuom deze reden, alleen nabij den Phosphorus, die y> deze uitvloeisels afgeeft en de daarmede ge- j> paard gaanrle loszetling van 1t calorique't wel k Q a zich

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 545