a4i x zich als eene lichtende stoffe vertoont, dus na ook alleen bij den Phosphorus plaats hebben- X de, zoo moet dan ook het licht, het geen aan j> den Phosphorus in dit geval gezien wordtveel j) sterker zijndan toen de Phosphorus - deeltjes J) zich van denzelven verhieven en dus de los- zetting van 't calorique 't welk er bij de ver- y> eeniging van 't oxigène met deze deeltjes ge- beurtniet bepaaldelijk alleen i»j den Plios- 7> phorus plaats had." Dit nu van het oxigene losgezette calorique, het geen zich in verijlde luchtwegens zijne meerdere ophooping rondsom den Phosphorus T> als een sterk licht vertoont moet pok tevens X den Phosphorus verwarmen. Dier uit laat zich nu de reden van de ontvlamming vanden Phos- phorus in verijlde lucht, wanneer bij met ka- 7> toen omwonden is, zeer duidelijk verstaan. (6) Ik erkendeze verklaring van het verschijnsel der bewuste zcllónlvlamming heeft, in 't eerste voorkomen veel aannemelijks doch door de uitkomsten mijner proeven geleidheb ik in vele opzigten daar omtrent anders moeten denken. Ik ga dit gevoelen dan in nadere overweging nemen y> van den Phosphorus," dus schrijft de Heer van Ma rum, j> rijzen gestadig vlug wordende deel- y> tjes Zie de Verhandeling van den Hco» van M a r u 6 en

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 546