-( 33 )- 'gendat het rnoeijelijk vult overal ecne juiste grenslijn te trekken tuSschen den Regent en dett Burger, en de bcmoeijingtvn des eersten van de pligten des laatsten al' te zonderen. Met dankbaarheid derhalve erkennende ,wat de invloed des Regents, ter bevordering van het goe de, 'twelk van hem als Burger gevorderd werd, konde en wilde daarstellcnzullen wij ons we der bepalen tot eeriige hoofdbijzonderhedendia gerekend kunnen worden te belmoren tot de plig- ten van elk lid der Maatschappijen tot welker betrachting een iegelijk in zijnen kring, en naar Vermogen gehouden blijft. Js de warede ongeveinsd- verlicht- Gods dienstige ook de beste Burgeris de eeli te' Godsdienst de sterkste band der Maatschappijdan is het ook de dure pligt van elk lid van bet groo- te huisgezinnaar vermogen alles aan te wenden ter bevordering van die heilvolle hulpmiddelen, welke op de vorming van menschen tot Burgers Van den besten stempelden gezegendsten in vloed hebben kunnenen wie zal dan weige ren, hier ecne hooge eerplaats toetekennen aars de instandhouding der gemeenschappelijke openbare Godsvereering Was de Kerk afgescheiden van den Staat, Cfi alzoö der hervormde Gemeenten den last ge laten orn voortaan zelve in bet onderhoud hares' z. gen. IV. Bi; en. G Leer»

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 55