?5g )-» en eigenlijke warmtestof der ligchamen toege kend en zoude ra en deze den Phosphorus ont zeggen Verre van daarreeds enkel het woord zelf ontvlamming doet ons eene aanmerkelijke hoe veelheid warmtestof in dit ligchaam veronderstel len. En dan het verschijnsel zeivenom welk voort te brengendit ligchaam eenen hoogerem waimtegraad dan de gewone temperatuur noodig beeft [l) tot welken het niet door het caloriqua der verijlde lucht komen kan men dus on betwistbaar eenen genoegzamen voorraad warm testof bij zich zeiven hebben moet Ra En Zie hier boven 8l. Zie bier boven bl. £51. (n) De zaak bewezen zijnde, dat er in den Phosphorw® een genoegzame voorraad, of dat hetzelfde is, eene groot© hoeveelheid warmtestof als verborgen ligtdoor welke som mige verschijnselen die ik bij denzelven waargenomen heb, veroorzaakt worden; dan is het ons, met opzigt tot de beantwoording van het vraagstuk om 'teven, of deze aan den Phosphorus van natuur ei gendan van elders ont leend zijdit houde men onder het oog bij de benamingen die ik dezer warmtestof tot dus verre gegeven heb, als van verbondene, eigendomlijke vastgelegdein een woord verbor gene warmtestof, namelijk zoo lang zij niet in beweging ge- bragt wordt, cn zich als voelbare warmtestof merken laat. Hoewel wij nu niet, zoo als ik daar zoo even aangemerkt hebover den oorsprong van de groote hoeveelheid warm testof in den Phosphorus aanwezig, onderzoek b.hoeven tc doen mo§en wij echter onze gedachten daarover wej

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 561