-( 269 )-
gehwoordigenzoo wel de uitzetting der warm*
teslofals derzelver werking naar buiten in gen
val zij opgehoopt is zoo als hij voorb. iu da
electrieke vonk. Immers
1. Met opzigt tot de uitzetting. Een electrie
ke vonkdie zich hij eene gewone dampkrings-
drukking ter grootte slechts van een speideknop
voordoet, vertoont in haren doorgang door ver
ijlde lucht eenen goheelen lichtkloot of kolom.
Zoo zien wij in deze uitzetting der electrieke
stof, de hooge waarschijnlijkheid van de door
mij betoogde uitzetting der warmte - deeltjes in
den Phosphorus welke waarschijnlijkheid tot
eene volkomene zekerheid overgaat, indien men
aanneemt (gelijkhet iadedaad aangenomen moet
worden), dat er in de electrieke vonk eenegroo-
te hoeveelheid warmtestof zaam gedrongen is (i);
zoo dat dan de uitbreiding van het electrieke licht
in het gemelde geval zeker aan de groote veer
kracht der warmtestof moet toegekend worden.
Maar ook
2 dat namelijk de uitzetting der warmtestof
in den Phosphorus hij deze proefnemingenceue
beweging naar builen zijbestaande in eene
poging
Het behoort niet tot deze Verhandeling, om d?t
omtrent de electrieke stof aan te toonem doch slechts hier
ian denkendedat deze stof in een oogenblik ontvlambare
stoffen aansteektzal men een overtuigend bewijs vindea
voor de groote hoeveelheid warmtestof, die zij bevat,