271 )- go. Na aldus aangetoond te hebbendat om den Phosphorus tot eene zelfontvlamming in 't ijdel te brengen zijne warmtestof in bewe ging moet komen n zal zulks echter nog niet gelukken oindien die stof in hare beweging niet werd opgekeerd. Dat als een tweede vereisehte jji 89 tot het ontsteken van den Phosphorus hij deze proeven gevorderd ga ik nu ontwikkelen. Dewijl de warmtestof zich door uitstooting en voortdrijving harer deeltjes naar buitenzoo als in 8y bewezen is, uit den Phosphorus bij eene vergevorderde iuchtsverijling ontlasten kan (p zal CO Zijnde dit het eerste vcrciscbte voorgesteld in 5 89, 0 Ingevolge het geen in de laatstvoorgaandc be. wezen is. Cp fïeheel en al kan de Phosphorus door deze bewer king (de Iuchtsverijling) niet van zijne warmtestof beroofd worden dit voigt uit het afnemend vermogen der veer kracht van derzelver laatstoverblijvende deeltjes. Ter op heldering hier vandenke men aan de luchtdeeltjesdio altijd nog overblijven iu eenen ontvanger, uit welken da lucht tot den uitersten graad weggenomen is; gelijk deze weinigen dan nog den geheelen inhoud der kiok vervullen» zoo zou men ook hier bij den Phosphorus, indien zooda nig eene verre uitputting der warmtestof mogelijk ware zich het geval verbeelden moeten. Doch zoodanig iets is niet mogelijk, uit hoofde der tegenstandbiedingen van het calorique (zie Aanmerk, g 89); en ook om redenen, dis ens nog in 't vervolg zullen voorkomen gedeeltelijk der halve maar, zal de warmtestof door middel der laéhuvct- ijliug den Phosphorus kunnen omwijken.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 573