2 7^
frvoet (at). De verschijnselen waargenomen hij
Proef 28, 29 en 3o, §35, en bij Proef5o§45<
gevèn hieromtrent nog nadere inlichting(Jaap
de igniceniie zich aan de bovenzijden en uitein
den der rolletjes nog bleef Vertonnenschoon aan
derzelver onderzijden of midden (zoo als iii Proef
5o) welke met metalen in aanraking waren ziclf
hoegenaamd geen licht voor deed, immeis om dal
de daar heen zich rigteride warmtestof, voorwer
pen aantrof door welke zij veel gemakkelijker den
Phosphorus ontwijken kofidan door overtegaaii
in de daar naast aangrenzende luchtdeeltjes; doclf
dit het geval niet zijndevoor dut gedeelte varf
het caioriquc hetwelk van de bovenzijden der rol
letjes trachtte te ontwijken, moest hetzelve daar
tem: stuiting ondervinden eenigzins ophoopert
£11 aan die punten lichten j'zDit nu zal,
S 2 naar
(V) Eenigzinswant er kan in zoodanig een geval slcch'S
ècnc geringe ophooping van warmtestof aan den omtrek t au
den PhosphorOs plaats hebben, om dat er te veel door de
warmteleulende ligdiatnen afgeleid wordt: waarom cr ook
aan die punten niet dan eene zwakke of geringe igniceniie
naauwclijks dien naam verdienende, zich voor kan doen;
Ik geef daaraan echter dien naam, om dat van de eerste
vertooning van bet tweede licht (uit weiks meerdere za-
menvloeijing, de volledige igiiiccutie of ontsteking van derf
Phosphorus ontstaat), er Werkelijk een branden aan den
Phosphorus voorvalt.
(y) Vergeiijk net geen hier beneden (j 93 vooikorec.
(a.) Bit licht,' of deze zoogenaamde awakke isnicentie
té