'S3 door zijne eigene warmtestof bewerktzijnde dit een waar branden yan den Phosphorus (e), ver gezeld gaande van eene meer spoedige oplossing zijner witte stof, onder vertooning van een tezamen- gedrongen tintelend en ze'fs vurig hebtschoon echter nog zonder ontwikkeling van vlam (te). Zoo heb ik dan de wijze en werking ver klaard, naar welke de Phosphorus, bij deze proef nemingen in liet ijdel, tot het punt van ontste king uit zich zeiven gebragt wordt, en als zoo danig branden kan en zoo ook is mijne hoofd stelling ($87) nog ten overvloede bewezen. g5. C. Thans moet ik ten besluite van dit Hoofdstuk komen op de gevolgen tier voorge melde ignicentie aren dit zal ons leiden tot de zoogenaamde zeifontvlamnijng van den Phos phorus in het luchtledige. Na al het te varen behandelde kan ik hier over zeer (y) Ik moet hier herinneren, dat door dit branden van den Phosphorus bedoeld wordede uitwerking van deszelfs te zamen gevloeid caloriquc ter ontsteking van zijn eigen oxigène hetwelk uit zich zciv$n voor oxigintring vatbaar is; zijnde dit deszelfs witte stof, daar in tegendeel de was- kleurige hiertoe eerst cene verbinding met een vreemd qxigènenamelijk dat der vcrijlue lucht moer aa-ngaau, en ^us niet uit zi<;h zeht voor oxigdnering vatbaar is. (w) Men vergelijke het tweede verschijnsel bi; de proe« ven hier omniddelijk te voren aangehaald. Aanmerk.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 585