HOOFD. 28 7 Zoo heb ik dan nu mijne gedacliten over dij phcenomen ontwikkeld; gedachten die gegrond zijn op naauwkourige waarnemingen, juiste proe ven en eigene bevindingen tot welker geheele en duidelijke opgave niet wel een mulder uitvoerig verslag voldoende zou geweest zijn. Dit verschijn sel bij den Phosphorus moge thans, en in 't ver volg, nog eene zei font vlamming genoemd wor den om dat deszeifs oorzaak in dit ligcliaam zel ve ligt; maar, niet om dat bet buiten zich geen ooizaak van deszelfs aanwezen hebben zou, of, om dat die oorzaak onbekend is. Wij weten nu, dat het de warmtestof isdie in den Phosphorus zelvcn zich bevindt, doch zoo lang in dezen stil en verbolgen blijftals de gewone drukking van den dampkring plaats heeltmaar van die druk king ontheven wordende hare veerkracht uit oefent te voorschijn treedten alle die uitwerk selen tot dus verre Vermeldvoortbrengtdié echtervoor zoo verre zij zich aan het oog ver- toonenhun bestaan niet zouden kunnen krij gen zoo er aan den omtrek van den Phosphorus geetie voor oxigenéring vatbare stoffen (r) aanwezig Waren. (O Deze stoffen zijn, zoo als gezegd is, voor eerst liet witte omkleedsel des Phosphorus zeiven, CU ten twee* iebit ga oxijeas der verijlde lucht.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 589