2 .A ANMERKINGEN EN C. Bladz. 17. In het slot van noot e Waarna ik nog bewaard te hebben." Het begrijpt zich van zelve, dat dit beleggen met zegeiwas buiten het luchtledige vcrrigt is. IX Bladz. 315. In het begin van 81. Ik heb in 75. reeds op de dampkringslucht geoogd enz.die, naar mate zij zich verhoudt de telfontvlcimming van den Phosphorus mede j) al of niet doet gelukken."— Onlangs is mij de aanmerking gemaakt, of ik bij mijne proef nemingen op dit onderwerp behalve op de tem peratuur van den dampkringook op deszells trap van droogte of vochtigheid ter plaatse, waar de proeven genomen warenniet had moeten op - nierkzaam zijn dewijl de lucht onder de reci piënten toch een gedeelte der lucht daar buiten uitmaakte, en op sommige mijnor proeven wel- ligt eenigen invloed kan gehad hebben. Toen ik de Verhandeling schreef, had ik ter dezer plaatse ligt cene aanmerking over de gesteldheid der lucht kunnen maken, doch ik heb dit verzuimd. Daar echter die opmerking belangrijk genoeg is, diene thans op dezelve tot antwoord dat liet meer dan waarschijnlijk is, dat bij die proeven,welke ender eene verschillende temperatuur genomen .zijn, en die nagenoeg dezelfde uitkomsten heb ben opgeleverdde graad van vochtigheid der lucht ook verschillende zal geweest zijndewijl deze aan eene geduiige verandering onderhevig is A

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 608