BIJVOEGSELEN. 3 isen in vele gevallen met de temperatuur der lucht in verhouding staat. Maar ook zoude er geen einde aan het. maken van observation ge weest zijn; bij aldien ik hij de vermelde proe ven, behalve mijne aandacht gedurig te vestigen op den graad der verijling en op de temperatuur der lucht nog daar en boven hjgrnmetrische waarnemingen had willen bewerkstelligen. E, Bladz. 223 in noot tIk zal in het r> bijvoegsel (de bijvoegsels) gelegenheid hebben y> hierop terug te komen." In proef 62. hadden slechts weinige der uitspattende Phosphorische bolletjes zich lichtende kunnen vertoonen. In Proef 63 die gelijksoortig is, waren dezelve meest alle verlichtdit verschil is daaraan toe te schrij ven, dat in de 62s.te Proef, het gemelde uitwerk sel door eene zelfontvlamming van den Phos phorus te weeg gebragl isdoch in Proef 63. door ciangebragte hitte: als ook, dat in de eerstge- melde proef de uitspattende phosphorische bol letjes door zeer vcrijld stikgas gedreven werden; docli in laatstgemelde aan het phosporisch wolkje plotslings stikgas toegediend werd. Vergelijk voorts 61. in het begin. Waarbij nog gevoegd zoude kunnen wordendat de meergemelde uit spattende phosphorische bolletjes in Proef 62. eene groote ruimte door te loopen hadden om de wan den van het glas (de glazen klok) te bereiken; daar integendeel, indennaauwea glazen cijlinder 2 van

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 609