C 2
wijs. Dat geen van beide 'der bekrooning mei
goud waren waardig gekeurd; doch dat aan den
Schrijver van liet eerstgenoemde stuk, om het
veelvuldig goede in hetzelve voorkomende, de
zilveren eermunt werd toegelegd, zoo hij zich
geliefde bekend te makendat zich daarop als
Schrijver heeft doen kennen Hendrik Ponse,
Lid der Kommissie van Landbouw in Zuidhol
land enz wonende te den Bommelop het ei
land Flaqué.
Dat voorts besloten was deze Verhandeling uit
te geven met zoodanige veranderingen als noo-
dig zoude worden geoordeeld, en met bijvoeging
van de goede aanmerkingen uit het tweede stuk,
en vooral met de hoogst belangrijke bijzonder
heden, vervat in liet ten jare i8o.5. door wijlen
Sir Joseph Banks, bij leven Voorzitter van
de Koninklijke Maatschappij te Londen uit—
gegevene Verhandeling over den Honigdaauw,
en dat dit aldus geredigeerde stuk in dit vierda
Deel zoude worden uitgegeven.
Ilier bij worde nu nog in aanmerking geno
men dat de voorname reden waarom geene der
Verhandelingen der bekrooning met goud zijn
waardig gekeurd, daarin gelegen was, dat beide
Schrijvers toonden niet bekend te zijn met den
waren aard van den Honigdaauwen daarom
ook sommige hunner redeneringen cn gevolgtrek
kingen niet bondig konden zijn.
Et