4 De ware natuur van den IlonigdaauW volgens Sir J Banks. De Honigdaauw bestaat in zeer kleine para site plantjes of uitwasjes, op de bladensten gels en bekleedsel en der levende graanplant. Men vindt deze plantjes in de Verhandeling van den fleer Banks zeer fraaidochdaar zij voor- het bloote oog niet te onderscheiden zijnzeer vergroot afgebeeld in de onderscheidene tijdper ken van derzelver groeihet uiterst fijne, en niet dan door zeer sterke vergrooting zigtbare zaad dezer plantjes hecht zich aan de graanplanten ontwikkelt zich daaropvoedt zich met derzel ver sapen veroorzaakt daar door die schade, wel ke algemeen hekend is. Met een gewoon vergrootglas kan men zien dat de zich uiterlijk als overlangs gestreept ver- toonende oppervlakte van een stroohalmeigen lijk overlangsche groeven zijn in den bast, de eene zonderde andere met twee of drie rijen poren of gaatjes, welke bij droog weder geslo ten zijn en bij nat weder open staan, en alzoo geschikt om vocht in te zuigen. Nu Dit Grieksche woord beteekent hier een plantje dat groeit op eene andere plant, en door dezer sappen gevoed wordt. G. (**3 Zoodanige poren of openingen hebben alle plan ten

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 620