C 7
oner, de luclit, als het ware, doördit stof vervuld
zijn, gereed om bij liet minste koeltje, 't geen
met vochtigheid verzeid is zich in de poren
van duizende gemeten graan te vestigen?
De Voorzienigheid nochtans, die voor alle Hare
schepselen zorgt verhindert liefderijk de al te
groote vermenigvuldiging van alle soorten van
Wezens. Ware het anders zoo zouden de kleine
plantjes en diertjeswelke juist die vijanden zijn
waar tegen men zich het minst verdedigen kan
zich lot ecne onevenredige menigte uitbreiden:
dit evenwel kan niet geschieden, ten zij dat cene
meenigte van voorbereidende oorzaken met ver-
ecnigde krachten daar toe mede werkenwant
zonder deze wijze en goedertierene voorzorg zou
de plaag der slakkenwormentorren en van
ecne menigte andere schepselenwier voorttee-
ling even onberekenbaar isals het zand aan de
zeeden raensch en de grootere dieren reeds lang
van de oppervlakte der aarde verdreven hebben.
Het zou vermetel zijn een geneesmiddel aan
de hand te geven voor eene ziektewelker voort
gang zoo weinig bekend isevenwel kunnen gis
singen welke op den aangewezen oorsprong ge
grond zijn, zonder nadeel gewaagd worden.
kien meent dat deze ziekte vroeg in de lente
beginten zich het eerst in de gedaante van.
A 4 raest.