C 8 roest, of oranjekleurig stof vertoont: in dat jaarsaisoen zal liet uitwas waarschijnlijk zoo vele weken voor deszelfs groei, tot aan de volkomene rijpheid behoeven, als het daartoe, gedurende de hitte, dagen vereisclit: doch eenige weinige, al dus besmette planten zijn meer dan genoeg, om na de rijpwording van het zaad van het uitwas, de ziekte over het veld of zelfs over eene geheele buurt te verspreiden. De Chocolaad - k leurige honigdaauw ontdekt men zelden voor dat het graan deszelfs volko mene rijpheid nadert als dan vertoont hij zich in vlakjes die zeer schielijk in grootte toene men bij kalm weder zijn zij eenigermate rond- achtigeven als of het bederf uit het midden punt voortkwam. Kan het dan niet gebeurendat het uitwas in het veld wordt medegebiagt door eenige weini ge stengels aangestoken stroo, welke nog onver rot onder de mist lagen, die in den zaaitijd over den grond verspreid wordt?'t Is echter niet te ontkennendat men klavervelden waarop men geenen mest gebragt hadeven zeer als bemeste akkers heeft besmet gezien. Het kan intusschcn geene kostbare voorzorg zijn, Ofschoon men dit gelooft, is het echter niet stellig Eeker, daar Fontana, de beste Schrijver over dit on derwerp verzekertdat de geele en donkerkleurige ho nigdaauw rcrschillende soorten van uitwassen zijn. B.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 624