C 9
zijn, in de lente alle de besmette tarwplanten
vlijtig uit te zoeken, en zorgvuldig, zoo wel als
alle ander onkruid, uit te roeijen, want vele de
zer onkruidjdanten zijn aan deze of eenige andere
ziekte onderhevig en onderscheiden zich door
oranjeachtige of zwarte strepen op de bladen of op
de stengelsen indien de ondervinding leert, dat
onverrot stroo de ziekte met zich op het land kan
brengenzoo zal het den Landman weinig moeite
behoeven te kostenom te zorgendat het ver-
sclic stroo niet met de verteerde mist vermengd,
en zanien op het land gevoerd worden.
Hoe zeer, overigens, de tarwkorrels door de
uitmergelende kracht der uitwasjes, tot zulk eene
schraalheid gebragt worden dat zij naauwelijks
eenige bloemtot broodbereiding geschikt op
leveren, zoo zijn deze korrels (behalve misschien
in de ergste gevallen) toch even zeer en zelfs
in sommige opzigten beter geschikt tot zaaigraan,
dan de schoonste en doorvoedste monsterswant
een schepel van het meest met bomgdaauw be
smette graanzal op zijn minst een derde graan
korrels meer t'in getal) bevatten, dan een schepel
■yvel doorvoed koorn met drie schepels van zoo-
A 5 da-
Volgens eene genomene proef, leverden 80 korrels
van het meest door honigdaauvv beschadigde graandat te
vinden was72 gezonde planten dus slechts een verlies
van 10 op de honderd.