C »7 Steldheid der planten en dat de gesteldheid der lucht dit kwaad alleen als toevallige oorzaak voortbrengt, hij zulke planten, die door eene bij den groei verkregene hoedanigheid of gesteldheid, daar voor vatbaar of daartoe voorbereid zijn. Ik zal trachten dit gevoelen nader te staven en op te helderendoor de behandeling van de volgende stukken: I. Eerst zal ik de hoedanigheid of gesteldheid der planten, die voorliet natuur-verschijnselHo- ningdaauw genaamdvatbaar of voorbereid zijn benevens de gelegenheden en toevallen waar door die bij derzei ver groei veroorzaakt worden, doen kennen. II. Dan zal ik aantoonen hoe de luchts-ge steldheid als toevallige oorzaak waar door de Honigdaauw werkelijk wordt vooi tgebragtop de plantendie daar voor vatbaar of voorbereid zijn, werkt; waar bij wij dan te gelijk den aart van dit verschijnsel en de reden van de schade lijke uitwerkselen van hetzelve zullen inzien. z. gen. IV. d 3 Stuk. B lil. Ver- Volgens den Schrijver der tweede Verhandeling: Poor schade enz zou de Honigdaauw bestaan in eene xser scherpe salpeterachtige stofwelke in alle zware en voorname- li k oude poldcrgronden opgesloten door aanhoudende sterke hitte wordt losgemaakt en opgetrokken en die zich dan aan d* vrucht en zettende dezeeven als de roest de metalensnellijk verteerteen gevoelen waarvan de ongegrondheid van zelve ja het oog moet vallen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 633