C 28 staanzijn zij in eene dubbele gelegenheid om door eene te overvloedige voeding vatbaar of voorbereid te worden om door den Honigdaauw te worden aangedaanen liet gebeurt maar zel den dat zij daarvan bevrijd blijven. Zulke Tarwplantendie door eene overmatige voeding voor den Honigdaauw vatbaar of voor- Jbereid zijn, en op het einde van het vierde tijd perk van haren groei, door de overmatige dik te en breede bladen en de donker groene kleur zich doen kennen als met overvloedige en onzuivere sappen beladen, worden evenwel niet altijd door den Honigdaauw aangedaandit ver schijnsel wordt veroorzaakt door de werking der lucht op de daarvoor vatbaar zijnde plantendie ik nu heb doen kennengelijk ook de gelegen heid bij welke zij deze vatbaarheid verkrijgen en ik zal dan nu overgaan lot de beliaudeling van mijn tweede stuk, te weten: II. Aantoonen hoe de luchtsgestcldheid als toe vallige oorzaakwaardoor de Honigdaauw wer kelijk wordt voortgebragt op de planten die daar voor vatbaar zijnwerktwaarhij dan te gelijk de Des Schrijvers gevoelens in deze Afdeeting voor gesteld, zijn niet in alles overeen te brengen met het geen nopens de natuur van den Honigdaauw hier voren, uit het stuk van Sir J. B a n k a reeds is bjjgcbragt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 644