57 Nn lie!) ik de gelegenheidbij welke de Tarwe-' planten voor de Ilonigdaauw vatbaar wordenen de toevallige oorzaak of luchtsgesteldheid bij welke die verschijnt, opgegeven. Ook heb ik den aart, de natuur en de schadelijke uitwerkse len van dit verschijnsel op den groei der Graan korrels aangetoond, en zal nu overgaan tot mijn derde stuk, te weten: De beantwoording van de bijzonderheden, die in de vraag voorondersteld of voorgesteld worden. III. A. Het Genootschap vooronderstelt, dat niet al leen het Koornmaar ook andere veldgewassen door den Ilonigdaauw beschadigd worden. Ter opheldering van het geen hier vooronder steld wordtzal ik aanmerken Dat men in sommige jaren ook aan andere gewassen de teekenen van den Ilonigdaauw kan waarnemen, maar niet in dien trap, dat de vruch ten daar door merkelijk minder of slechter zijn; men vindt die teekenen meest aan Zomergarst en Haver, die laat gezaaid is, en als men dc luchts gesteldheid en andere omstandigheden die daarbij plaats hebben, in aanmerking neemt, dan kunnen Wij zien öf besluitendat eene ongeregelde uit- G wa-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 653