38 waseming, of ook wel eene te groote werkzaam heid bij de rijpwording daarvan oorzaak is. Het Koolzaad evenwel wordt meermalen door den Honigdaauw beschadigden wel zoodat als dan de opbrengst merkelijk minder ismaar dit verschijnsel komt in deuzelfden tijd van den groei en wordt door dezelfde oorzaken voortgebragt als door welke het bij de Winter-tarwe verschijnt. In de verdere behandeling van dit stuk zal ik hiervan een nader bewijs opgeven. Maar wat is de reden, waarin ligt de grond dat van zoo vele soorten van veldgewassenals op onze akkers verbouwd worden meest alleen de Winter-tarwe door den Honigdaauw beschadigd wordt? Is die niet in den aart en de natuur der Tarweplanten zelve gelegen? Ik zal dit trachten aan te tooncnen daardoor mijn gevoelen aan gaande de oorzaak van den Honigdaauw in een nog klaarder licht zoeken te plaatsen. De Rogge is een gewashet welk op natuur lijk vruchtbare en te gelijk zeer sterke gronden zeer wel voorkomt. Men kan de Rogge verbou wen op gronden die zoo sterk zijndat de Tarwe door eenen te geilen groei daarop geheel zoude mislukken. Maar men kan de Rogge ook teelen op gronden die zwak of schraal zijn en geene toereikende krachten hebben om de Tarwe te kun-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 654