43 verschijnt, zijn zeer groeizaam weder, vergezeld Van eene vochtige en koele gesteldheid der lucht. Als de planten sterk groeijenverarbeiden zij veel voedsel stoffen, en dan zijn de afscheidingen van liet voor de planten onnutte of' onbruikbare daaraan evenredig en bij eene drooge en wanne gesteldheid der lucht, woiden de planten door de uitwaseming van die stoffen geregeld ontlast. Maar is de lucht vochtig en koel, dan geschiedt die ontlasting traag en wordt onevenredig aan de voeding, waarvan het gevolg is, dat bij eene meer drooge en warme lucht, de werkzaamheid der planten, om de niet meer bruikbare stoffen door de uitwaseming te ontlasten zoo groot wordt dat de vaten in de bladen der planten breken en de voedende vochten door die ope ningen wegvloeijen. Men heeft den Meeldaauw meest alleen aan de bladendie den buitensten omtrek der planten uitmaken deze zijn over de geheele lengte aan de onderste vlakte met een roestkleurige stof be zet dit stof is het kolenstoffelijk gedeelte van het voedend vocht, waarvan de planten zich heb ben ontlasten waarvan het vloeibare gedeelte door de lucht is opgenomenen hoewel de bla den die doar de Meeldaauw zijn aangedaanspoe dig roestkleurig worden en stervenwordt daar door geene werkelijke schade veioorzaakt aan den oogst, want de buitenste bladen die de oud- ste

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 659