-c 44 ding arm zijne levenskrachten zoo ging hij den weg van eiken sterveling '-(d) Maar nam Lij mi ook aiie zijne \yaardighedei* en aardsehen luister met zich mede in 't ander levenwaar zij niets kunnen gelden Neen, neen! met schooner kleed, dan waarin wij hein immer hier zagen uitgedost, ging hij de eeuwigheid in de ootmoed eens hoogstbewel- dacligden zondaarsde verdiensten van zijnen Zaligmaker Jezus Christus uit loutere ge nade e Erx (d") In October i3i7. werd hij overvallen door ecne soort van beroerte, aan welker gevolgen hij zeer veel heeft g.leden Hij ontsliep den 19 januarij 1822, des morgens, ten 6 uren. in den ouderdom van bijna 62 jaren. (e) Uiterst kalm waren overigens 's Mans-laatste uren. Gevoelende dat hij zeer verzwakte, verlangde hij, nopens zijnen toestand, het onbewimpeld gevoelen van den Heer U e jonge, zijnen Geneesheer deze verklaarde hem dan, dat zijn eir.de niet meer ver af konde zijn, en nu schikte de waardige Man zicli ook geheel tot sterven; nam afscheid van zijne geliefde naaste betrekkingen, en be geerde de vertroostende toespraak van den Predikant van deinsë. Hij scheen thans, bij de laatste opflikkering zijner levenslampweder geheel schor er tc zijn. On der anderen verzocht hij den Heer van deinsb hem iets te herinneren uit het Graf van den Heer 1? ei th be paaldelijk uit den tweeden zang: Het menschelijk geslacht valt toch als bladeren af, enz.Hij herhaalde het slot van eiken regel, of sprak het reeds vooraf uit. Hij was en bleef de bedaardste van allen, die zijn sterfo bed omringden.Eiudelïjk nam de bewustheid af; yan i ine zittende houding zeeg li'ij zachtelijk zijwaarts $1. ivas niet meer.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 66