-( 66 )- de Arne te verlaten, en eene nieuwe haven te graven regtlijnig uit Middelburg in het ruime Water uitkomendewelker ontginning op den 8 April i532 neg staat in de inscriptie boven de Noorddampoort dezer Stad. Hoe schoon deze ha ven met derzelver reedewaartoe men zich des tijds al van het Vlakke bediende, ook moge ge weest zijnde sterke aanwas van gronden ver oorzaakte nogtans al spoedig nieuwe beletselen, zoo dat men reeds, in de Stedelijke registers, in 1555, deliberatiën aantreft over het diephouden der ha ven j in i6i5, om een houwer aan te leggen en schepen te laten zinken aan het einde der haven om te schuren in röiy, om dezelve met een Sas te sluitentot wering der slikkenzelfs was men ten jare 1620 bedacht 0111 eene andere ha ven uit te brengen bewesten het Kasteel Ram~ mekenstusschen hetzelve en de Zuidwatering liet geenhoewel bij de Provinciale Staten toege staan naderhand schijnt tegengehouden te zijn althans niet ten uitvoer gebragt is. Ondertusscben waren de voornoemde aanwas sen al hooger en liooger gewordenzoo dat uit dezelve verscheidene Polders wierden ingedijkt als die van St.Joosland in 1531van het Nieuw~ land in i645, en zoo vervolgens iu later tijd de daar aan grenzende. Deze alle, een of meer Eilanden formerende ja da vlaktetusschen Arnemuidm en Ram- me*.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 88