~C 67 )- itiekensvóór de Middelburgse fie haven, ont stond daar uit het Kanaal JVelzinqen en ten zuid - oosten dat van Arnemuiden. Daar nu deze kanalen aan de cene zijde wel bepaald waren door den dijk van altheren maar aan de andere zijde door de nieuwe Pol ders, zoo als deze uit zee waren opgewassen, koude het niet andeisof dezelve hadden eene zeer onregelmatige en hunne oevers in hel geheel geene evenwijdige strekkingen hoe moeijeüjk dit wa ter in 1699 te bevaren ware, blijkt uit de be- schrijving, die ssiallegange er van geeft, in zijne Chronijk van Zeeland, bladz. i56. Geen wonder alzoodat het gezegd gebrek van onregelmatigheid en onevenredigheid de kanalen zelve moest verlammen, en eindelijk geheel be derven. Zoo lang toch do vloeden voorbij Rammel- hens en Vere uit zee komendezich op de ruime vlakten ontmoetten tot dat zij weder terug ebden en alzoo bij hunnen gedeeltelijken doortogtdoor de kanalen, eene regelmatige voortstrooming had den konden alle kanalen zich van de binnenko mende gronden ontlastenmaar toendoor de verandering der stroomeugeboren uit de aan zienlijke aanwassen tusschen die kanalen en der- zelver zeeboezems van weerszijdende gezegde ontmoeting der vloedenof het zoogenaamde wantij in de kamden zelve pluals greepwas 'er aaa E 2 de

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 89