71 hetgeen torn hoofdzakelijk neerkwam om aan liet einde der lange haven te maken eene bekwa me kolksluis tot ligging der schependezelve afsluitende met deurenzoo naar den kant van bet PF~elzingsche en Arnemuidsche kanaalals aan de zijde van de lange havenom alzoo deze te doen dienen tot eene schuurkom ten eind# daarmede beide dc voornoemde kanalen naar ver kiezing te kunnen diep en bevaarbaar te maken. Hoe zeer nu dit plan op zich zelf wel veel goeds inhield, had het niettemin gewigtige gebreken, Waar voor men meende te moeten houden: aHet sluiten der haven met Sassenals onge schikt voor de zeevaart. b Ue bezwaarlijke, loozing zoo der Stads riolen, als van het iandvvater, vermits, op één na, alle de sluizen in de haven uitliepenen c Vooral de verlanding van hel Vlakke, door de toenadering van dc plaat dc Culoot naai de Walchersche zijde. Indien evenwel de algemcene zaken destijds niet veranderd waren is 'er alle reden om te ver onderstellen dat het gezegde plan als toen ge volgd en ten uitvoer zoude zijn gebragt geworden. Dan het behaagde der Voorzienigheid hier over anders te beschikken deze landen van de Fran- sche heerschappij te verlossenen alzoo dit ge- heele ontwerp wederom te niet te doen loopen, Het was voor den Koning der Nederlanden be- E 4 waard

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1828 | | pagina 93