62 moet worden geacht tot, en zelfs schadelijk aan de bevordering van ons geluk in een volgend leven. Eenigen schijn toch heeft het ten inin- •ste wanneer men dus redeneertis het Euan- gelie van Jezus Christus ons, ter onzer voor bereiding voor ons een toekomstig zalig leven, door Gods oneindige goedheid gegeven moeten wij vatbaar worden voor het geluk diens zali gen levens door geloof en gehoorzaamheid aan de Euangelieleeren brengt de Bijbel zelve in .zoo velerlei opzigten de menschelijke wijsheid in tegenstelling met die zoo heilvolle leer, dan moeten wij van die wijsheid veeleer schade vree- .zen voor ons toekomstig geluk dan dat wij haar als bevorderlijk aan hetzelve zouden kunnen be schouwen. JJii O-.1 f 'V. Doch men houde slechts onder het oogwel ke wijsheid in tegenstelling wordt gebragt met het Euangelie van Jezus Christus: namelijk de wijsheid van die tijdentoen het Euangelie het eerst gepredikt wierd, welke hier boven eenigzins breeder door mij is beschreven ien men zal er zich niet over verwonderenof ;er eenig gevolg ten nadeele van de Wetenschap pen en derzelver beoefening uit afleidendat de ze wijsheid wordt voorgesteld als hinderlijk aan 1 i het Zie boven bl. 5y volgg.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 106