«9 en de kundigheden welke wij daardoor verza melen, heioven. Want van hetgeen hier ho ven het hereik van onze krachten moet worden geachtniet met onze bestemming overeenkomt en slechts kwelling en smart veroorzaaktmo gen wij hiernamaals niet hopen, dat het ons zal bijblijven en medewerken ter vergrooting van ons geluk. Doch welke gereede aanleiding de genoemde Bijbelplaatsen ook tot zulke redeneringen schij nen te geven; zeker is het, dat dérzelver doel niet is, of zijn kan, om ons af te manen van het najagen der wijsheid en het verzamelen van kennis door de beoefening der Wetenschappen, en ons te doen gelooven, dat het, in deze en in de toekomstige eeuwe, voor ons nutteloos en schadelijk zoude zijn, om velerlei kundigheden te veri. ligen en daartoe onzen tijd met vlijt te besteden. Wijsheid en wetenschap toch worden ons doorgaans in den Bijbel als zeer voortreffe lijk voorgesteld. Salomo vooral verhief dezel ve in zijne schriften door velerlei lofspraken. Zelfs bad deze vorst er om boven rijkdom en het uitbreiden van zijne magt door het overwin nen van zijne vijanden zijne bede droeg de goedkeuring van Jehova weg (c)en in de Heilige Schrift wordt hij geprezen als een uit- mun- (e) Vergel. i Koning. III.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 113