74
mijne, altijd voorn onna speur el ij teschikkin
gen tracht te doorzien in hare bedoelingen en
haren zamenhang dat is voor uw verstand eene
onbereikbare hoogte. Mij te vreezen en u, uit
eerbied voor mij te wachten van het kwade
daarin bestaat voor u de ware Godsdienstige
wijsheid, daardoor toont gij, in de zaak van de
Godsdienstuw verstand. Doch ik heb mij
reeds te lang bij deze schoone plaats opgehou
den.
Eindelijk moet ik ook nog gewagen van zooda
nige Bijbelsche uitsprakenwelke aan wijsheid
en kennis zulke gevolgen toeschrijven, die on
mogelijk kunnen worden beschouwd als bevor
derlijk voor hel geluk des volgenden levens.
Corinth. 121bij voorbeeldstelt de Apos
tel Paui.US de wijsheid voor als hinderlijk aan
de regte kennisse van God. Dan daar het ons
boven reeds is gebleken (e) van welke wijsheid
Paulus hier spreekt, zullen wij ons nu verder
bij deze plaats niet behoeven op te houden.
Even min behoeft het breed te worden betoogd,
dat Jesaia de Babylonische mogendheid
bestraffende en haar verwijtende, dat hare wijs
heid en wetenschap haar afkeerig hadden ge
maakt of verleid, geene ware wijsheid bedoelt;
maar
Z. bl. 62 volgg.
(f) Hoofdst, XLVII, id,