75
maar die heiilooze staatkunde, welke haar dacht
wijsheid te zijn, doch welke liet middel moest
worden tot haren ondergang
Eenigzins meer aandacht en gezette overwe
ging verdient het, dat P vur,us op eene andere
plaats in den laatst aangehaalden brief (k)zulk
eene gesteldheid des harte voorstelt als een ge
volg van de kennis welke, naar de doorgaan
de leere des Bijbels, ons zeker uitsluit van de
zaligheid des Hemels, namelijk, hoogmoed én
opgeblazenheid. Ilij schrijlt daar: de kennis
maakt opgeblazen. En niet alleen kan hieruit
aanleiding genomen wordenom haar gevaarlijk
en schadelijk voor den mensch te achten zoo
schadelijk en gevaarlijk, dat zij hem verhindert
zalig te worden; maar meermalen hebben ook
dweepzucht en een min verlichte ijver •voor
Godvrucht en deugd, dadelijk misbruik van
deze plaats gemaakt, om ten ernstigste af te ma
nen van de beoefening der Wetenschappen en
die voor te stellen als zeer nadeelig voor het
eeuwig welzijn der menschen. Zien wij dus
in welken zin wij zijne woorden hebben opte-
vatten. Hij begint in het achtste hoofdstuk
van zijnen eersten brief aan de Corinthiers mej,
hun te kennen te gevendat hij hen wilde
on-
(.8) Verg. v- Palm over JiZAÏAa op <3, as pl,
x Corinth. VIII, i,