87 nut, hetwelk zij in denzelven voor zichzelven en anderen zullen stichten, zal zich gedurig meer en meer uitbreiden. En, voor zoo ver de omstandighedenin welke de gezaligden zich aan gene zijde des grafs zullen bevinden, eeni- gen invloed kunnen hebben op dit een en ander zullen ook deze in de hoogste mate bevorder lijk zijn aan hun geluk. De betrekkingen, in welke zij zich lot eikanderen zullen ge plaatst zien, zoo wel, als de woonplaats, wel ke hun zal worden aangewezenzullen mede werken zoo veel mogelijk is, tot bevordering van de vergenoegdheid en tevredenheid, welke zij bestendig zullen smaken bij de bevrijding van alle kwelling en verdriet, het genot der Goddelijke gunst en het toenemen in kennis, deugd en Godverheerlijkende en voor hen zei ven en andere nuttige werkzaamheid. Voorts volgt het uit den aard der zake en leert ons onze reden, dat wij den toekomsti- gen gelukstaat hebben te beschouwen als ten allernaauwste verbonden aan, en een gevolg van ons leven op deze aarde. Daar toch, vol gens het boven beredeneerde, (o) tot een vol gend bestaan met ons overgaat de bewustheid en het gevoel, dat wij dezelfde zijn, die wij in een vorig leven hebben bestaan en zijn werk zaam (o) Z. boyen bh 16, 28 "volgo.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 131