94 ven, onder het geleide van Jezus Christus, met de Engelen en de beste en edelste menschen van alle eeuwen. Eenmaal zal hunne zielweder vereenigd wor den met hun ligchaam hetwelk, uit den dood opgewektgeestelijk heerlijk en onsterfelijk zal zijn, en dus ontdaan van alles, waardoor het op deze aarde hinderlijk was aan hun geluk. De weder vereeniging met zulk een ligchaam zal het geluk der gezaligden niet minder doen toenemen dan de helooningenwelke hun de regtvaardige Regter ter zclfder tijd zal toe voegen. Eeuwig zal dit hun geluk duren en einde loos nieuwe vorderingen makende in de nut tigste kenniszuivere deugd en derzelver ijveri ge en gelukkige betrachtingzal hunne zalig heid ook eindeloos toenemen. Het zal niet noodig zijn alle deze hij zonder heden hier breeder uit een te zetten. Zonder te groote uitvoerigheid zou dit ook wel niet kun nen geschieden. Ik onthoude mij daarom van verdere uitweidingenwelke in eene opzettelijke verhandeling over den aard der toekomst ige ge lukzaligheid misschien wel niet te onpas zouden komen, maar die hier minder op hare regte plaats zouden staan omdat zij tol het hoofddoel dezer

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 138