97 pen en de betrekkingen, in welke hij staat tot ons en tot het heelalvoor zoo ver het ons op deze aarde vergund is ons met dit een en an der eenigzins bekend te maken. Vooral be hoort tot dezelve de kennis van het weldadig plan van God met de menschen, zoo als ons dat in den Bijbelen inzonderheid in het Euan- gelie van Jezus Christus, wordt geopen baard, en van onzcpiigten, in welker getrouwe en gewillige beoefening eigenlijk de dienst van God bestaat. En tot die Godsdienstige weten- o schappendoor welker beoefening wij deze ken nis van God en zijnen dienst verkrijgen en ons gedurig meer en meer met derzclvcr schatten verrijken, meen ik te moeten tellen: voor alle dingeneenc gezette en verstandig ingerigte Bij belstudie, aan welke builen twijfel de eerste plaats moet worden toegekend onder alle Godsdien stige wetenschappen, en die boven alles geschikt isom ons met God en Zijne dienst regt be kend te maken. Verder komen hier in aan merking de Natuurkunde, de Geschiedenis en dc zedelijke en afgetrokkene Wijsgeertein zoo verre dezelve worden beoefend met het regel- regt en uitsluitend doel, om God en onzen pligt te ieeren kennen. Men kan, namelijk, deze wetenschappen 13 be-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 141