zullen wijbij luet onmiddelijk voortzetten vaa ons tegenwoordig leven in den toekomstagéi staat, op eenen lioogeren trap van gelukzalig heid worden geplaatst; zoo dat (al het overige ten minste gelijk gesteld zijnde) hijdie hier de meeste vorderingen heeft gemaakt in het kennen van God en van hetgeen liem Welbeliagé— lijk is, ook in het volgend leven, aanstonds en bij voortduring het meeste geluk-, zal geniet- ten. Van zelf moet dit volgen uit Zijne moera der ontwikkelde vatbaarheid voor dat zalig ge not, hetwelk de toekomstige gelukstaat zal op leveren. Hoe zeer ook onze tegenwoordige Godsdien stige kennis als in het niet moge wegzinken^ vergeleken bij die, in welke zij zich verblij den, die alles bij bet beider licht der eeuwig heid beschouwenzij is toch en zal zeker blij ven de grondslag van alle onze toekomstige Godsdienstige kundigheden, en, als het ware, het zaad, uit het welke die zullen voortsprui ten: en, hoezeer ook de wijze van gebruik in beoefenen moge verschillen, die wetenschap pen, welke ons hier diende als hulpmiddelen, om ons meer met God en Zijne dienst bekend te makenzullen ook aan gene zijde des grals den schat onzer Godsdienst-kennis én zoo van ons

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 145