ro8 'daar op dezelfde wijze zullen kunnen voort gaan en dezelfde of soortgelijke hulpmiddelen ons zullen blijven ten dienste slaanhet zij dat die wijze van beoefening vatbaar is voor zulk eene wijziging, welke overeenkomt met onzen staat en onze omstandigheden in een vol gend gelukkig leven, of dat het gemis der hulpmiddelen, van welke wij ons hier moesten bedienen, ons kan worden vergoed, zoo dat het ons niet hinderlijk zijof de voortdurende beoefening dier wetenschappen, bij welke zij ons diende, onmogelijk make. Naarmate nu deze overeenkomst tusschen de wetenschappen en den toestand, de werkzaam heden en het genot der gezaligden in het toe komende levenin deze onderscheidene opzig- ten grooter is, mogen wij gerust vaststellen, dat zij bij voortduring zullen blijven medewer ken, om het geluk, op het welke wij aan gene zijde des grafs hopen, te vermeerderen» en dus ook aan deze zijde door ons verdienen te worden behartigd en aangeleerd. En de rang in welken wijmet betrekking tot dit zoo be langrijk en zoo weinig in het oog gehoudene puntde wetenschappen naast de kennis van God en Zijne dienst hebben te plaatsen moet derhalve geregeld worden naar de meerdere mate

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 152