1G9 mate van deze overeenkomstVoor zóo fer wij die eenigzins op goede gronden kunnen be* palen. De eerste plaats in dien rang rïiedtie' ik daar om te moeten toétvijzén dan dié WetöiWchap* pen, of derzelver bijzondere takken, Welkë hiér door ons kunnen (Ji) worden beóefend éii gebruikt als hulpmiddelen ter z'uivéring en ver meerdering van öhzë keiittid Vah Gö'd eri dïé pligtendoor welker Betrachting wij liéih die nen ofschoon derzelver beöefefling Bier niet1, immers niet meer bepaald en regélregt tot dat doel worde gerigt (i). En onder deze meenc ik Voorallen te moe ten noemen de Natuurkundige wete'nscnappeni met name, de Natuuurlijke Geschiedenis, de Starrekunde en de Proefondervindelijke Na tuurkunde. Trouwens, wel is waar, tot dezelve belmoren sommige vakkenwelke zeer weinige of gcene punten van aanraking schijnen te hebben met dien staat van geluk, welke wij in het toe komstige leven voor de gezaligden verwachten, en hZ. boven hl. 97 vo'gg. (i) Dat de bedoelde wetenschappen ook zonder dit meer be paalde doelop een,e in vele opzigten nuttige wijze kurtöén wor den beoefend en door velen beoefend zijn behoeft hier niet te worden aangetoond.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 153