n°)
en geheel niet te strooken met de voorstellin
gen, welke wij ons maken van hunnen toestand.
De waterbouw-, waterloop- en werktuigkun
de bij voorbeeldverkeeren omtrent voorwer
pen, wier beschouwing en behandeling wij ons
wel niet kunnen voorstellen in den hemel onze
bezigheid te zullen uitmaken, of daarvoor ons
van belang te zullen zijn derzelver strekking
bepaalt zich bijna uitsluitend tot de bevorde
ring van de belangen van het tegenwoordige
maatschappelijke leven; de wijze van en de
hulpmiddelen tot derzelver beoefening kunnen
Wij ons in aard en gebruik wel naauwlijks ver
beelden zoo gewijzigd, dat zij zouden kunnen
passen voor een geheel geestelijk leven. Van
de ontleedkunde kan, immers wat het eerst
en laatst- opgegevene punt van overeenkomst
betreft, bijna het zelfde worden gezegd: en de
werktuigen, van welke wij ons bedienen Lij de
beoefening der Proefondervindelijke Natuurkun
de en Starrekunde, en aan welke wij zoo ge
heel gebonden zijndat wij zonder dezelve gee-
ne vorderingen in de kennis dezer wetenschap
pen makenof nieuwe ontdekkingen doen
kunnen, zullen wel zeker met onzen dood op
houden ons van verderen dienst te zijn.
Poehom nu niet te zeggendat de beoefe-
ut.
umg