»3 zaligden uit liet menschelijk geslacht ter woon plaats verstrekkenwie weet hoe. vele van die voorwerpen, welke haar thans versieren, en de nasporingen der natuurkenners bezig houden, met haar heerlijk vernieuwd, ook in een vol gend leven hare gelukkige bewoners slof tot bewondering en bezigheid zullen verschaffen? Zeker blijft ons de gedachtenis bij van die aard- sclie schepselen, met welke wij ons hier meer of min naauwkeurig hebben bekend gemaakt en in zoo verre gaan zij ten minste zeker met ons over in het volgende leven. In dat volgen de leven worden wij eenmaal weder met ons ligchaam vereenigd, en hoezeer het zelve ook in vele opzigten moge veranderd zijn in hoeda nigheden, het zal daar gewis een evenwaardig voorwerp zijn van onze bewondering, als het dit hier geweest is, en wel in zoo ver het zeil de, dat de kennis, die wij hier van het zelve gekregen hebbenons ook daar bij deszelfs be schouwing zal te stade komen. Zeer veel van het geen thans bestaat en door den Natuurken ner wordt onderzocht met inspanning van alle zijne vermogenszal voor hem ook in de toe komende wereld blijven bestaan als voorwerpen van zijne kennisneming en belangstelling. Naar diezelfde eeuwige, onveranderlijke wetten,naar i5 wel-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 157