"4 welke hij hier de Natuur haren loop ziet rigten en in welke hij met verbazing ontdekt de heer lijkste blijken van de schoonste orde en over eenstemming zal zij zeker ook in de eeuwig heid worden bestuurd. Diezelfde Hemelbollen, Welke hier den Starrekundigen eene oneindig rijke stof tot nadenken en onderzoek opleveren, zullen rondom hem blijven wentelen en schijnen waar hij zich ook in het onmetelijk ruim der Schepping bevindten zouden die heerlijke wet ten en Hemelbollen dan niet voor den Godvrucli- tigen Natuurkenner, ook nog na zijnen dood, voorwerpen blijven van belangstelling Zou hij zich daar niet meer met dezelve bekendma ken, waarbij zich hoogstwaarschijnlijk in veel gunstiger omstandigheden zal bevindendan hier, om zijne kennis van dezelve uit te breiden en te volmaken? Welk een schat van voorwer pen, minder of meerder gelijksoortig aan die, welke op deze aarde dc aandacht der Natuur kundigen bezig bielden mag voorts wel de eeu wigheid ontsluiten voor de gelukkige deelgeno ten barer zaligheid! Zien wij verder op de strekking der Natuur kundige Wetenschappen wie zal het ontkennen of in twijfel trekken, dat dcrzelver beoefening bij uitnemenlieid geschikt is om ons nader te bren-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 158