«5
brengen aan dat doel welks bereiking wij ons
in liet volgend leven voorstellen als ons hoogste
geluk Hoe vele uitmuntende Natuurkundigen
zoude ik anders hier kunnen opnoemenom
door hun voorbeeld te stavenhoe vele rede
nen uit den aard der zake ontleendwaren er
bij te voegen om te bewijzendat diezelfde nut
tige kenniswelke wij verwachten in eene rui
mere mate te zullen deelachtig worden aan ge
ne zijde des grafs, en met welke wij hopen daar
ons geluk gedurig te zullen zien toenemenner
gens meer door kan worden bevorderd en uitge
breid dan door de beoefening der Natuurkunde
terwijl zij niet minder dienstig is om op te leiden
tot deugd en nuttige werkzaamheid, van welker
mate vooral in de toekomst de mate onzer za
ligheid zal afhangen. Mogt mén intusschen te
gen de voorheelden van een Newton iïoYr.e
Nieuwentijd Boehh^Ve en anderen, op
welke ik mij hier zou kunnen beroepen, wil
len overstellen die van zulke Natuurkundigen
welke bij al den roem dien zij zich hebben
verworven door hunne grootc vorderingen en
belangrijke in de door hen beoefende vakken
maar al te veel aanleiding hebben gegeven, om
te vermoeden dat zij overhelden tot betwijfe
ling en ontkenning zelfs van de eerste en be
langrijkste waarheden van de Godsdienst: ik
ont-