ll7
ook welniet tegenstaande Imnnen verkregenen
roem, liet: philosophia obiter lihata Athensfa
cit van Ba co toepasselijk zijn; dan ik kan dit
een en ander liier niet nader uit een zetten en
in de voorheelden aanwijzen zonder te groole
Breedvoerigheid..
Zien wij eindelijk op de wijze van en de
hulpmiddelen tot de Beoefening der Natuurkun
dige Wetenschappen ook ten dezen opzigtc is
er zeer veel overeenkomst tusschen dezelve en
het geen wij weten van den gelukstaat der ge-
zaligden althans genoegzame om ons te kun
nen Beloven, dat zij Bij voortduring, zelfs Bo
ven andere zullen kunnen dienen ter vermeerde
ring van onze zaligheid in de toekomstige huis
houding. Wat toch de wijze van Beoefening
Betreftwij kunnen ons op gcene andere wijze
niet de Natuur, hare voortbrengselen en wetten
Bekend maken enzoo ver ons dit hier gege
ven isdoordringen tot derzelver geheimen
dan door waarnemingen en op waarnemingen
gegronde veronderstellingen (hypothesen) en re
deneringen terwijl wij de waarnemingen doen
het zij door Beschouwing van het geen de Natuur
oplevert,het zij door vergelijking van de onder
scheidene voorwerpen welke wij kennen en met
eikanderen eenige overeenkomst hebben het zij
door